Rijden met een camper verschilt van het rijden met een auto. Je moet dan ook met een aantal dingen rekening houden tijdens het rijden:
1. Lengte, hoogte en breedte. De meeste campers zijn een stukje groter dan een personenwagen. Houd dus rekening met lage bruggen, smalle straatjes en het uitzwenken van de achterkant van de camper.
2. Zicht. Een camper heeft flinke dode hoeken en weinig zicht naar achteren. Houd daar rekening mee tijdens het rijden. Laat de passagier mee kijken bij het wisselen van rijbaan en laat de passagier uitstappen bij bijzondere manoeuvres. Doe daarbij de ramen omlaag zodat je de passagier kunt horen.
3. Snelheid. Een camper heeft een groot frontaal oppervlak. Dat betekent dat je misschien wel de maximumsnelheid aan kunt houden op de snelweg, maar dat de motor dan hard moet werken en veel brandstof verbruikt. Ons advies is om een rustiger tempo aan te houden en te genieten van de omgeving. De reis is onderdeel van het plezier!
4. Rijden in de bergen; klimmen en dalen. Voor het rijden in de bergen zijn er een aantal vuistregels die je kunt hanteren. Zo ga je altijd in dezelfde versnelling naar beneden als de versnelling waar je mee naar boven bent gereden (mits de helling ongeveer even stijl is). Zo kun je de camper laten remmen op de motor. Door in een lage versnelling af te dalen zal de camper minder snel snelheid maken. Blijf vooral niet met je voet op de rem afdalen. De remmen slijten daar niet alleen heel hard van, ze raken ook oververhit en verliezen daardoor remkracht! Bij het beklimmen van een heuvel of berg is het belangrijk de motor op toeren te houden. Bij een dieselmotor probeer je de toeren ongeveer tussen 2500 en 3500 toeren te houden. Een benzine motor houd je tussen de 3500 en 4500 toeren. Zo houd de motor kracht en kan de koeling efficiënt zijn werk doen.
5. Rijden in de bergen; let op! Waar moet je nog meer op letten bij het rijden in de bergen? Denk om de hoogte van de camper. Een uitstekende rots of boom kan vervelende schade opleveren. Denk ook om de draaicirkel wanneer je door haarspeldbochten rijd. De regel is dat stijgend verkeer voorrang heeft. Kijk vooruit of je samen met het tegemoetkomend verkeer door een haarspeldbocht past. Ben jij aan het afdalen? Wacht dan even tot de tegenligger de bocht door is als het niet zou passen.